Lodewijk Albada (1961 – 2021)
Lodewijk Albada (1961 – 2021) stuurde als scheidsrechter ooit een speler wegens ‘onwelvoeglijk taalgebruik’ het veld uit. Dan heb je de poppen aan het dansen, maar Lodewijk hield voet bij stuk.
Door Hans Kröner, 14 februari 2021 (oud-aanvoerder Veteranen Haarlem-Kennemerland)
Op donderdag 11 februari 2021 werd hijzelf het veld, het leven uitgestuurd. Lodewijk was een echte Fries, recht door zee, maar ook koppig, niet altijd tactisch en dat veroorzaakte weleens woorden met de één of ander. Kritiek aanvaarden ging hem wat moeilijk af. Kortom: een gepassioneerde voetbalman die soms zijn emoties niet helemaal de baas was.
Hij werd op 19 januari 1961 in Dokkum geboren, als oudste zoon die nog een broer en zus erbij zou krijgen. Zijn vader was onderwijzer en hoofd van een lagere school. Ook Lodewijk ging het onderwijs in. Hij volgde de pedagogische academie in Dokkum en ging aldaar lesgeven op een lagere school. Op één van zijn vakanties ontmoette hij Marga, en ze werden verliefd. Marga woonde in Utrecht en daarom solliciteerde hij op diverse scholen in het Westen. Hij werd aangenomen op de Koningin Wilhelmina School in Overveen. En zo kwam het stel in Haarlem terecht. Ze trouwden in 1992 en zoals bekend kwamen er kinderen, een handvol: Kyra, Jente, Riemer, Hidde en Eline. Allemaal prachtige namen, voetbalsterren en allen van kinds af aan verbonden aan onze vereniging, met een vader die hen enthousiasmeerde, trainde, stimuleerde en toejuichte vanaf de zijlijn.
We kennen Lodewijk als een voetbaldier. Wat menigeen echter niet weet is dat hij lange tijd heeft gevolleybald, én verdienstelijk. Na eerst in Dokkum in de jeugd te hebben gevoetbald stortte hij zich vol op het volleyballen, hetgeen hij tot begin jaren negentig, ook in Haarlem bleef doen. Feitelijk was hij een enorm groot sportbeest, niet alleen volley- en voetballen waren een passie van hem, ook het schaatsen. Als Fries werd hem dat vanzelfsprekend met de paplepel ingegoten. En hij kon het; zo heeft hij in 1986 én 1997 de Elfstedentocht uitgereden en zodoende twee Elfstedenkruisjes verdiend. Zijn portret is ook terug te vinden op het Elfstedenmonument op de brug over de Murk, de laatste brug van het traject voor de finish in Leeuwaarden. In 1986 heeft hij van Bartheliem naar Dokkum een stuk met ene Willem van Buuren opgereden…..juist: onze koning. Hij vertelde dat met veel trots.
Daarbij heeft hij ook zesmaal het bijna 200 km lange traject fietsend volbracht. Vorig jaar zomer wilde hij de tocht met de kano gaan doen, maar vanwege Corona kon en mocht het niet doorgaan. Nog niet lang geleden gaf hij aan in training te willen gaan om de kanotocht komende zomer te gaan doen. Hij had zich daarvoor al ingeschreven. In 1995 werd Lodewijk lid van (Haarlem-)Kennemerland. Na eerst bij de senioren te hebben gespeeld kwam hij in 2008 bij het veteranenteam. Maar daar bleef zijn voetbalpassie niet bij. Zoals velen gek van het spelletje -hij nog een graadje gekker van- volgde hij een opleiding techniektrainer op de René Meulensteen Academie, waarna hij trainingen ging geven op de club. Daar trainde en coachte hij de D1, het team van zijn zoon Jente. Later ook de F3 waar dochter Eline in speelde en de E1 met zoon Hidde. Ook andere teams gaf hij training, als er een gat viel was Lodewijk altijd bereid om het over te nemen.
Privé richtte hij zijn Voetbalschool Haarlem op en gaf -wederom met dezelfde passie zijn groot enthousiasme- trainingen aan de Kleverlaan en later op ons complex aan de Sportweg. Die school -gericht op het verbeteren van techniek- was echter geen lang leven beschoren; Lodewijk kon uitstekend training geven en als oud-onderwijzer met kinderen omgaan, maar het daarbij ook ondernemer (moeten) zijn, dat talent ontbrak. Ook was hij aangesloten bij het zogeheten Nationale Techniek Kampioenschap. Zodoende was er jaarlijks op de club een techniekcircus onder leiding van Lodewijk en andere gediplomeerde trainers.
Toen de club fuseerde en verhuisde naar het Haarlem-complex heeft hij samen met George Presburg en Willem van Gemert het voortouw genomen bij de ledenwerving. Zo werden er ‘open dagen’ georganiseerd en ook scholen uitgenodigd voor een gymles bij ons op de club. Lodewijk en dochter Kyra verzorgden de trainingen. Met na afloop een peptalk van Lodewijk: ‘Iedereen moest maar snel lid worden’. Het leverde veel nieuwe jeugdleden op en was dus een groot succes.
Voor de club zette hij zich niet alleen als trainer/coach in. Op bestuurlijk niveau was hij lid van de technisch commissie als C/D/E-coördinator. Evenmin was hij vies van andere klussen. Zo hing hij de netten op, timmerde hij het houten meubilair voor in de kantine, was hij nooit te beroerd om te scheidsen en te vlaggen. Bevlogen, betrokken en met groot plichtsbesef altijd bereid om te helpen. Hij had een groot HaarlemKennemerland-hart. Iemand gaf aan: de club was zijn tweede huis.
Ook maatschappelijk. Toen we vanwege de fusie een ander tenue kregen organiseerde hij de actie ‘geef je shirt een wereldtransfer’. Hij verzamelde de afgedankte shirts en doneerde ze aan een gemeenschap in Afrika.
Als onderwijzer was hij tot juni 2001 actief. Nadat hij hersteld was van de in 1998 geconstateerde Non-Hodgkin kon hij het dagelijks onderwijs geven niet meer opbrengen en werd daarvoor afgekeurd. Na een privé-reis naar Canada had hij inmiddels wel een nieuwe professionele passie ontdekt: reizen. Dat in combinatie met het organiseren, regelen waarin hij goed was, werd zijn nieuwe beroep. Als touroperator, reisleider ging hij zo ongeveer de hele wereld over. Van Nieuw-Zeeland naar Finland, Zuid-Afrika, Namibië en ga zo maar door. Vele landen meerdere keren en ook menige skivakantie regelde en begeleidde hij. Op zeker moment wilde hij ook nog een eigen reisbureau beginnen, hij zou daarvoor ruimte krijgen in de brochure van een grote reisorganisatie, maar toen de brochure uitkwam stond er niets over zijn activiteiten in. Na zo’n zeven jaar stopte hij met het werk in de reisbranche. Vervolgens richtte hij zich op het voetbal: de trainingen en de voetbalschool, zoals eerder aangegeven. Onvoldoende om van te kunnen leven en bij te dragen aan de kosten van het gezin. Het huwelijk met Marga was inmiddels in 2013 gestrand. Om inkomen te genereren werkte hij nog zo’n drie jaar op Schiphol erbij, naast het training geven. Vanaf 2017 gaf hij -voor zover mogelijk- inburgeringstaalonderwijs aan vluchtelingen (NT2). Hij was een doorzetter en optimist.
In oktober 2019 verhuisde hij weer terug naar Friesland. De huurprijzen in Haarlem en omgeving waren voor hem niet op te brengen. Maar, zo vertelde zijn dochter Kyra: hij was een ras Fries, genoot van alle ruimte om zijn nieuwe huurwoning: de tuin, het uitzicht op weilanden en al het water in de buurt. Hij behaalde zijn vaarbewijs. En ja, de afstand met de kinderen werd in letterlijke zin groter. Maar als ze kwamen dan werd er vaak als vanouds gekampeerd: in zijn tuin. Andersom was hij nog vaak een weekend in Haarlem en op het sportpark om zijn kinderen te beleven en te zien spelen. Hij had het in Warten enorm naar zijn zin en verheugde zich op zijn pensioen.
Qua gezondheid was Lodewijk een pechvogel. Nog afgezien van de vele blessures en ongelukjes werd hij door een aantal medische tegenslagen getroffen. Zoals al eerder gememoreerd in 1998 door Non-Hodgkin waarvan hij genas. Volgens de deskundige medici is het echter niet uit te sluiten dat alle behandelingen en chemokuren van destijds belangrijke functies hebben beschadigd. Zo werd hij zo’n tien jaar geleden tijdens een vakantie in Zweden getroffen door een blindedarmperforatie. Doodziek werd hij door Marga naar het ziekenhuis gebracht, waar hij een avond- en nachtlang onbehandeld op een kamer lag alvorens men hem de volgende ochtend ‘ontdekte’. Hij heeft het ternauwernood overleefd. Een paar jaar geleden kwam hij met hartklachten en naar later bleek een lekke hartklep in het ziekenhuis van Alkmaar terecht.
Vorig jaar juni gaf hij ons aan zich alsmaar moe te voelen, de Coronatest was negatief en uiteindelijk werd leukemie gediagnostiseerd. Er volgden vele onderzoeken, behandelingen en uiteindelijk bleek een beenmergtransplantatie nodig te zijn. Nadat eindelijk de geschikte donor was gevonden werd hij begin december geholpen. Ik ga mijn verjaardag thuis vieren, vertelde hij opgewekt. En op de laatste dag van december mocht hij naar huis. De volgende dag werd hij weer opgenomen, nu voor zijn gal. Maar hij knapte weer op en gaandeweg werd het beter, leek ook de transplantatie aan te slaan. Op zijn verjaardag klonk hij opgewekt, hij maakte alweer wandelingetjes en had plannen. Maar helaas ging het een paar dagen later weer mis en werd hij weer opgenomen vanwege complicaties met de organen. Die laatste strijd heeft hij niet weten te winnen.
Een fijne vent, die Lodewijk. We hadden hem graag meer geluk en een langer leven gegund.
Afsluitend enige zinnen van zijn voetbalmaat en puntdichter Jan J. Pieterse.
Een scheidsrechter op een voetbalveld,
waar men niet vies is van verbaal geweld,
die een speler eruit stuurt vanwege woordmisbruik
en hem toevoegt: onwelvoeglijk taalgebruik!
Zo’n scheidsrechter, dat is een held.