Haarlemse Football Club Kennemerland
Haarlemsche Football Club Kennemerland is een Nederlandse amateurvoetbalclub uit Haarlem die vernoemd is naar het historische Kennemerland. De club werd op 11 januari 1921 opgericht onder de naam Wilhelmina. Omdat deze naam reeds door een andere club gedragen werd, veranderde de club in december van dat jaar de naam in H.F.C. Kennemerland. De club groeide snel maar omdat de club op zaterdag speelde, ongebruikelijk in de regio, moest de Haarlemse Voetbal Bond (HVB) in het seizoen 1921/22 met een zaterdagcompetitie starten. In 1941 werd een honkbalafdeling toegevoegd. In 1947 kwam de club na een kampioenschap in het district uit in de vierde klasse van District West 1 van de KNVB. In 1949 werd de finale van de KNVB beker voor amateurs gehaald waarin van vv IJmuiden verloren werd. In 1950 promoveerde de club naar de derde klasse.
Op 31 mei 1988 speelde HFC Kennemerland een oefenwedstrijd tegen het Nederlands voetbalelftal dat in voorbereiding was voor het Europees kampioenschap voetbal 1988, dat gewonnen zou worden. Het Nederlands elftal won met 13-2.
Anno 2010 speelt de club in de tweede klasse. In april 2010 werd bekend dat HFC Kennemerland zou gaan fuseren met de Nieuwe Haarlemse Footballclub Haarlem (opgericht na het faillissement van profclub HFC Haarlem) tot Haarlem-Kennemerland.
Geschiedenis Kennemerland 1921-1951
Rondom het jaar 1920 werden er in de regio nogal wat voetbalverenigingen opgericht. Echter, deze verenigingen speelden uitsluitend op zondag en dus was er voor de jongelui met een christelijke achtergrond eigenlijk geen mogelijkheid om te sporten. Het was de heer Adriaan Helmig – foto links – die aan deze situatie een einde wilde maken. Samen met een tweetal geloofsgenoten, de heren Hogenbrik en Pothuis leidde dit op 11 januari 1921 tot de oprichting van de voetbal vereniging ‘Wilhelmina’.
Doordat in Den Bosch reeds een vereniging ‘Wilhelmina’ bestond, werd de naam in december 1921 gewijzigd in ‘H.F.C. Kennemerland’.
Grootste probleem echter was dat er geen competitiemogelijkheden bestonden, terwijl de club al wel 3 elftallen op de been wist te brengen. Mede hierdoor werd er door de Haarlemse Voetbal Bond (HVB) in seizoen ‘21/’22 een heuse zaterdagmiddag competitie opgezet. Er werd gestart met 2 afdelingen van ieder 6 clubs, over het algemeen bedrijfs- en kantoorelftallen (o.a. Vereniging Van Rijks Ambtenaren, het nu nog bekende VVRA). Vanaf 1923 werd de heer Helmig geassisteerd door de heer Herman Jansen – foto rechts -, die snel met een heleboel goede ideeën en suggesties kwam om de club en daarmee het zaterdagvoetbal groter te maken. In 1924 kwam daar de heer Herman van Schoonhoven – foto midden – bij, die naast een verdienstelijk voetballer, ook een goed financieel brein bleek te hebben. Deze 3 pioniers zorgden er in de jaren hierna ervoor dat er een voortreffelijke basis werd gelegd voor onze club.
Het groepje werd later uitgebreid met, de in voetballand niet-onbekende heer Lo Brunt (in 1948 werd hij benoemd tot secretaris/penningmeester van de K.N.V.B), de heer Chris Oolders, (o.a. initiatiefnemer van ons clubblad en medeoprichter van de honkbalafdeling in 1941) en de heer Hans Kroon (die zijn strepen heeft verdiend als mede-initiatiefnemer van het jeugdwerk).
In 1932 werd onze voorzitter Adriaan Helmig benoemd tot bestuurslid van de H.V.B. als vertegenwoordiger van de zaterdagmiddag-clubs. In deze hoedanigheid kreeg hij de belangrijke taak, het zaterdagvoetbal te promoten. Zijn promotieactiviteiten leidden ook bij ons tot een aanwas van leden. In seizoen 1936/1937 konden we zelfs met 6 elftallen meedoen aan de competitie, weliswaar nog maar in 3 afdelingen, maar toch. Ongeslagen afdelingskampioen werden we dit seizoen met 14 gewonnen wedstrijden. Het volgend jaar konden we zelfs met 7 teams deelnemen aan de competitie.
Bij dit succes kwamen er opmerkingen als: “Is Kennemerland te groot of is de zaterdagcompetitie te klein ?” Dit laatste was het juiste antwoord en dus werd er nog meer ‘geronseld’ onder bedrijven en zelfs zondagverenigingen werden uitgenodigd deel te nemen aan onze competitie. En zo kon het gebeuren dat we kennis maakten met verenigingen uit o.a. Amsterdam, zoals A.M.V.J., Vlug en Vaardig, Z.C.F.C. uit Zaandam, A.R.C. uit Alphen a/d Rijn en Quick Boys uit Katwijk. In 1942 was de competitie zo volwassen, dat ook de K.N.V.B. een start maakte met een zaterdagvoetbal-competitie verdeeld in districten. Om te beginnen was er enkel een competitie in de 4de klasse.
De jaren van de tweede wereldoorlog hadden duidelijk hun weerslag op de bestaande competitie en in de hongerwinter van seizoen 1944/1945 werden er helemaal geen wedstrijden meer georganiseerd. Maar na de bevrijding kwam er een steeds grotere belangstelling voor het voetbalspel op zaterdag.
In seizoen 1946/1947 werden wij kampioen en mochten ook wij deelnemen aan de echte K.N.V.B. competitie in de 4de klasse van District West 1.
Voorzitter Adriaan Helmig wist tijdens de viering van ons 25-jarige jubileum de historische woorden uit te spreken, ‘Onze club, zo klein begonnen is gegroeid tot de grootste zaterdagvereniging in Haarlem’
foto boven: Het kampioensteam uit ‘46/’47 met Lo Brunt als leider.
In het daaropvolgend seizoen startte de KNVB met een 3de klasse in de verschillende districten (pas in 1948/49 ook voor West I) en mede daardoor gingen we meedoen aan de K.N.V.B. bekercompetitie. In dat jaar deden 243 zaterdagelftallen mee aan deze beker competitie en………..wij wisten de landelijke finale te bereiken. In deze finale moesten we het sterke IJmuiden tegemoet treden maar helaas, de beker ging naar hen. Desalniettemin een fantastisch hoogtepunt in ons bestaan. Veel publiek, muziek, maar bovenal een heus radioverslag.
In deze periode moesten wij onder andere afreizen naar Enkhuizen, alwaar Dindua bestreden moest worden. In 1948 gingen we per bus daarnaartoe, echter deze bus had een lekke uitlaat. Gevolg alle uitlaat gassen drongen de bus binnen, waardoor iedereen misselijk op het terrein aankwamen. Er werd nog wel gespeeld, maar de meeste spelers waren te beroerd om echt van tegenstand te kunnen spreken. Dindua profiteerde dan ook dankbaar en versloeg ons met ruime cijfers.
Na afloop van de wedstrijd werden we, door een meelevende dorpbewoonster volgestopt met melk als tegengif. Dat dit werkte vertelt de geschiedenis niet, maar zeker is wel dat de terugreis met de trein werd gemaakt. In 1950 moesten we hetzelfde eind rijden en wederom met de bus. Nu een keer geen lekke uitlaat, maar een lekkende radiateur en gedurende de reis werd het steeds erger. De snelweg van nu was nog niet aanwezig en dus reden we langs landweggetjes met sloten aan weerskanten van de weg. Steeds vaker moesten we dus de bus uit, om water uit de sloot te halen en dit in de radiateur te gooien. Dat gaat een tijdje goed, maar houdt een keer op. Dus moesten we op een gegeven moment de bus zelfs gaan aanduwen. De warming-up hadden we tenminste gehad toen we veel te laat arriveerden op het terrein van Dindua. De scheidsrechter was al weg, dus konden we onverrichter zake weer terug, maar nu wel met de lijndienst.
In het seizoen 1949/50 eindigden onze eerstelingen in de top van de 4de klasse en promoveerden rechtstreeks naar de 3de klasse, waar we vele jaren in vertoefd hebben.
In seizoen ‘50/’51 kwamen we weer ver met de K.N.V.B. beker competitie, maar verloren in de halve finale van Zwaluwen uit Vlaardingen.
Geschiedenis Kennemerland 1951-1956
In 1951, na 30 bestuursjaren, waarvan 26 als voorzitter, vond de heer Helmig het tijd worden om zijn voorzittershamer over te dragen aan de heer J.J.Ph. van Vliet.
Zijn eerste daad in functie was het onderscheiden van de heer Helmig met de titel erevoorzitter voor al zijn pionierswerk op het gebied van de zaterdagamateur voetbal en natuurlijk zijn grote verdienste en inzet voor ‘zijn’ club Kennemerland.
Hoe Kennemerland na aan zijn hart lag, bleek wel uit zijn afscheidswoorden:
“Gij jongens toont goede Kennemerlanders te zijn. Gij ouderen blijf zo lang spelen als ge kunt en mocht het tijdstip zijn aangebroken om de schoenen aan de wilgen te hangen, trek dan niet tegelijk met de schoenen uw Kennemerland-jasje uit, maar blijf uw club trouw en verdedig haar niet binnen, maar langs de lijnen.”
J.J.Ph.van Vliet
In juni van dat zelfde jaar werd er een speler van onze vereniging uitgenodigd om deel te nemen met het Nederlands zaterdagelftal voor een interland wedstrijd tegen onze zuiderburen, België. Deze eer viel te beurt aan Karel Leonhardt.
Dit seizoen was sportief gezien niet zo succesvol voor ons eerste. Als voorlaatste konden we ons nog net handhaven in de derde klasse.
Het vijfde elftal deed het dit seizoen veel beter en zorgde voor het kampioenschap. Ook in dit elftal speelde onze nieuwe penningmeester, de heer C. van Vreeden. Hij volgde dit seizoen de heer van Schoonhoven op als schatbewaarder.
foto boven: Het vijfde team na hun kampioenswedstrijd in 1951/52 (staande derde van rechts, Cor van Vreeden)
Dit seizoen werden we uitgenodigd om mee te doen aan het ‘Kromhout-toernooi’ om de zilveren motor. Dit prestigieuze toernooi werd gespeeld over een aantal zaterdagen en was een mooie krachtmeting voor ons met andere verenigingen. In 1953 hadden we de prijs bijna te pakken, maar helaas verloren we in de finale van de organiserende vereniging In oktober 1952 speelden ons eerste de uitwedstrijd tegen Spakenburg. Na afloop was het de gewoonte een bezoekje te brengen aan de plaatselijke stamkroeg ‘De Kleine Korporaal’. Een goed adres om onze dorst te lessen, maar ook om bij het naastgelegen stalletje ‘vers gerookte paling’ mee te nemen voor het thuisfront. Moeders de vrouw in haar nopjes, maar al gauw bleek dat de reeds ingepakte lekkernij ‘groene plekjes’ vertoonde en we dus aardig beduveld waren door deze verkoper van ‘vers gerookte paling’. Bij latere wedstrijden in Spakenburg, inspecteerden we eerst de paling, alvorens we deze lieten inpakken. Nu konden we tenminste veilig thuiskomen
In het seizoen 1953/54 waren we ingedeeld bij, ook nu nog gerenommeerde verenigingen als IJsselmeervogels, Spakenburg, Huizen en De Zuidvogels. Opvallend in die tijd was de snelle aftocht na elke thuiswedstrijd van de spelers van IJsselmeervogels en Spakenburg. Zij beschikten toen nog niet over de fantastische accommodatie van nu en zo kon het voorkomen dat het bij regen, net zo hard binnen in de kleedkamers regende als buiten. Je zag de spelers dan ook gauw een trui aantrekken en de kicksen werden verruild voor klompen en weg waren zij. Aan het einde van dit seizoen was het ons tweede elftal dat als eerste eindigde in de hoogste klasse van de H.V.B. (Haarlemse Voetbal Bond) en hierdoor mocht promoveren naar de K.N.V.B. reserve derde klasse, zodat de H.F.C. Kennemerland nu twee teams in de K.N.V.B. had spelen. Als afsluiting van dit seizoen werd ons eerst elftal uitgenodigd door de vereniging Excelsior ’31 in Rijssen om een toernooi te komen spelen. De deelnemers van dit toernooi kwamen uit 8 districten van de K.N.V.B., wat er voor zorgde dat dit een sterk bezet toernooi was. Tot onze aller verrassing behaalde Kennemerland nog de eerste plaats ook, bestaande uit een complete set shirts. In 1954 deed het “prof”-voetbal zijn intreden en ook EDO sloot zich hierbij aan. Zij zagen wel wat in onze Henk Leonhardt en zo kwam het dat Henk dat seizoen voor EDO uitkwam. Voor Kennemerland een heel klap, want naast Henk moesten we ook Wim Spanjer missen, door een zware blessure. Maar desondanks bleven we wel overeind. Tijdens de viering van ons 35-jarig bestaan in januari 1956 werden de pioniers uit de beginjaren door de heer Remmers, bestuurslid van de K.N.V.B. onderscheiden met een K.N.V.B. insigne. De heer Helmig ontving de gouden speld, mede door zijn verdienste als bestuurslid van de afdeling Haarlem van de K.N.V.B. en de heren Jansen en Schoonhoven ontvingen de zilveren speld. Eind jaren ’50 ging het goed met onze club. Het aantal leden, met name bij onze jeugdafdeling groeide gestaag. De verrichtingen van ons vlaggenschip waren helaas mager en zo speelden we een aantal jaren in de onderste regionen mee. Op de foto het eerst elftal voor seizoen 1955/56.
Staand v.l.n.r. Karel Leonhardt, Dick Landzaat, Jan Molleman, Fok Smeding, Kees Griffioen, Piet van Rijswijk en Frans Vogelesang. Gehurkt v.l.n.r. Jan van der Vaart, Jan Wulffraat, Koos Leeuwen, Jan Rodenburg, Wim Spanjer en Roel Hopman.
Kennemerland vs. Nederlands elftal
Bijgaande een beeldverslag van onze wedstrijd tegen het Nederlands 11-tal. Dit hebben we gekregen van Gerard Kampijon, waarvoor onze hartelijke dank, speler van destijds en maker van het 2de doelpunt tegen het Nederlands elftal.
“Door goed lobby-werk van – toen ook al – onze verzorger Thijs Bouma, die in verband met zijn activiteiten voor het Jeugdplan Nederland binnen de K.N.V.B. actief was, kregen we een uitnodiging vanuit Zeist om een oefenwedstrijd te komen spelen tegen het Nederlands elftal. Dat laat je je geen 2 keer zeggen.
Op dinsdag 31 mei 1988 werd deze wedstrijd gespeeld en werden we gezien als een van de oefenpartners ter voorbereiding op het Europees Kampioenschap. En zoals een ieder zich ongetwijfeld nog wel zal herinneren werd het NEDERLANDS ELFTAL toen EUROPEES KAMPIOEN. trainer Rinus Michels (de generaal) liet twee opstellingen aantreden, waarvan in de eerste helft : van Breukelen, Troost, Ronald Koeman, Rijkaard, van Aerle, Wouters, Gullit, Muhren, van’t Schip, Bosman en Vanenburg. De ruststand bleef steken op 7-0.
In de tweede helft zagen we:
Hiele, van Tiggelen, Rijkaard, Wouters, Koevermans, Suvrijn, Winter, Erwin Koeman, Kruzen, Kieft en van Basten.
Dahrs had de volgende 15 spelers ter beschikking :
Pierre Visser, Michel Leijen, John Linck, Michael Ravensbergen, Gerard Kampyon, Peter de Jong, Edwin Plantinga, Albert Dercksen, Jan Willem de Kwaadsteniet, Jaap Vlam, Wim Lubben, Peter Bos, Gert van Alewijk, Guus van Gelder en Gerard vd.Werff.
De Nederlandse elf wisten in de tweede helft nog 6 doelpunten te scoren, maar hadden niet gerekend op een tweetal doelpunten aan onze kant. Beide goals werden door een bezoekersaantal van ongeveer 2000 aanwezigen met gejuich ontvangen, want het waren prachtgoals.
De eerste goal werd aangegeven door John Linck, die van Basten wist te “poorten” en via een zuivere pass Peter de Jong bediende. Door zijn snelheid wist deze zich van Koevermans te ontdoen en liet ook Hiele kansloos (8-1).
Een verre uittrap van Michel Leijen werd door Wouters gemist en door Gerard Kampyon rap opgepakt en alleen op doel afgaand, met een fraaie boogbal over Hiele heen afgerond (10-2). De eindstand werd dus 13-2.”